Dynamisch Kustbeheer

Deltaproof

Rijkswaterstaat

Stowa

Zwakke schakels

Dynamisch kustbeheer en versterking van zwakke schakels
Adrie Provoost, Waterschap Scheldestromen

Creatieve combinaties van nieuwe duinen én de oude zeedijk: dat kenmerkt de versterking van de zwakke schakels in Zeeuws Vlaanderen. Zowel natuur als recreatie profiteren van het extra zand.

Boeiende kust
De Noordzeekust van Zeeuws-Vlaanderen is een boeiende kust, met zware zeedijken, duinen, oprukkende stroomgeulen, een relatief groot verschil tussen eb en vloed en een gevarieerd landgebruik. Het westelijk deel van de kust wordt momenteel versterkt door verzwaring van dijken, aanleg van waterkerende muren en het opspuiten van nieuwe duinen (voor of op de dijk). Deze laatste 'duin voor dijk oplossingen' bieden nieuwe mogelijkheden voor natuur en recreatie.

Voorbeelden van dijk/duincombinaties

  • Kustversterking tussen Nieuwvliet en Groede: Het probleem van deze plek was dat de kruin van de dijk niet hoog genoeg was en de steenbekleding onvoldoende dik. Er was voldoende ruimte om de dijk zeewaarts te versterken; de binnenkant van het gebied was bij de vorige versterkingsronde al ingericht. Daarom is ervoor gekozen om met extra zand een nieuw kustlandschap te maken. 
  • Herdijkte Zwarte Polder: Ook deze versterking is al gereed: de kuststrook is zeewaarts verbreed door de aanleg van een nieuw duin. Om te voorkomen dat stroming en golven het zand de aangrenzende stroomgeul van het natuurmonument Zwarte Polder in voeren, is een strekdam aangelegd. Achter de dam is een dynamisch gebied aan het ontstaan, waar veel kustvogels broeden. Er zijn inmiddels maatregelen genomen om de rust in dit unieke broedgebied te bewaren. Dit voorbeeld laat zien dat recreatie én natuur prima hand in hand kunnen gaan. 
  • Waterdunen: Hier wordt de kustversterking gecombineerd met de aanleg van een groot recreatie- en natuurgebied (300 hectare). De kleidijk wordt begraven onder een nieuw duin en er worden woningen en voorzieningen aangelegd om 'exclusief te wonen aan bewegend zout water'. Het gebied gaat voor deze plannen geheel op de schop. Bestaande binnenduintjes worden afgegraven en het achterliggende gebied wordt omgevormd tot een inter-getijdengebied. De klei die vrijkomt bij het graven van kreken, wordt gebruikt om de zeedijk aan te leggen. Over de twee meter dikke kleilaag komt een laag opgespoten Noordzeezand en daaroverheen wordt het 'oude duinzand' van de afgegraven duintjes teruggelegd. 

Volgens Provoost is het een essentiële voorwaarde voor het slagen van deze projecten dat er elke 5 jaar zandsuppleties worden uitgevoerd. Door dat ritme is er meestal meer zand aanwezig dan nodig is en dat schept ruimte voor dynamiek en duinvormende processen, maar ook voor de recreatie.

Strandpaviljoen
Volgens Provoost zijn strandpaviljoens inpasbaar in de dynamische kust, tenminste als deze gebouwd worden op palen. Water en wind kunnen het zand dan onderdoor en langs het paviljoen voeren. Provoost: 'We zien dat eventuele kuilen die onder het paviljoen worden uitgeblazen, worden gecompenseerd door duintjes die achter het gebouw ontstaan. De totale hoeveelheid zand op het strand blijft gelijk, al ligt het niet op dezelfde plek. Ook in geval van zware storm zal een paviljoen de natuurlijke afslagprocessen niet beïnvloeden. Dan is het paviljoen namelijk allang weggeblazen.'